zondag 6 september 2015

Onwaardig Afscheid

De jonge Irakees, genaamd Bilal speelt tussen de betonnen brokken van een voormalig schoolgebouw. Hij had er zelf niet op school gezeten, maar zijn neef wel. De mazzelaar. Waarom bombarderen de Amerikanen mijn school niet een keer! Het is onrustig in het land. De Amerikanen zijn al een langere tijd aanwezig in het land en dat is niet bepaald keurig met voetenvegen gegaan. Volwassenen gaan daar aan ten onder. Ze beseffen namelijk dat hun land verwoest is en dat de toekomst er nog minder rooskleurig uit zal komen te zien, maar kinderen slaan zich overal doorheen. Dat komt omdat ze slechts een kortetermijnvisie hebben, ze denken niet na over de vorige en over de volgende generaties; ze genieten van het moment.

Vele jaren later is er niets verandert. Er is geen “vrijheid” en “democratie” gekomen die Bush zo vurig beloofd had. Het land ligt in puin en lijkt stuurloos zonder dictator. Het vuilnis wordt niet meer opgehaald, er worden geen politieke maatregelen meer genomen, de gezondheidszorg is volledig ingestort en daarnaast wordt het land bedreigt door de komst van IS. Wat heb je aan “vrijheid” als de voorzieningen met de grond gelijk zijn gemaakt en wat heb je aan democratie als er geen bekwame politieke leiders verkiesbaar zijn? De jongen die tussen het puin van de school speelde, werkt nu als een manusje-van-alles in de grote stad. Hij woont met zijn ouders in een arme buitenwijk en biedt financiĆ«le ondersteuning aan zijn ouders. Hij heeft een broertje van negen, Aziz die als bijbaantje stenen verzamelt voor plaatselijke stenigingen van vrouwen. En de jongen had een zus, Ayda, alleen die had in een onbewaakt moment een relatie proberen aan te knopen met een man van joods bloed. Toen de vader daar achter kwam, moest Aziz overuren maken.

Onze Bilal loopt terug van werk, hij heeft vandaag twee Amerikaanse helmen als soeppannen aan oude vrouwen verkocht en een autobom onschadelijk gemaakt. Daar hoeft u niet vreemd van op te kijken. Zoals wij weten hoe we selfies moeten maken, zo weet Bilal hoe hij autobommen onschadelijk moet maken. In een land waar niet alleen automobilisten gordels omdoen, is het geen overbodige luxe om te weten hoe je bommen onklaar moet maken. Inmiddels is Bilal een vriend tegengekomen. Hij schrikt in eerste instantie, want ze hebben elkaar nooit in het openbaar ontmoet. De vriend wil wat afspreken, maar het wordt afgewimpeld, Bilal heeft geen tijd.

De jonge Irakees schrok van zijn ontmoeting. Het betrof immers geen gewone vriendschap, hij had relatie met deze jongen. Hij moest het vertellen, het is niet mogelijk om het nog langer te verbergen. Die avond vertelde de jongen over zijn homoseksuele relatie. En alhoewel hij bij gebrek aan stenen niet fysiek aangevallen werd, werd hem verzocht om de familie te verlaten, anders werd hij de volgende dag opgeknoopt. Het was een slecht afscheid, alhoewel, natuurlijk niet zo slecht als een oud NOS-sportverslaggever, maar het was duidelijk dat Bilal zijn ouders nooit meer terug zal zien. Hij moest vertrekken, en snel ook.


Inmiddels is Bilal opgevangen als gast bij mensen thuis, in een simpel, Nederlands rijtjeshuis. Hij is opgevangen als experiment, ze denken immers dat het goed is als vluchtelingen in een huiselijke omgeving terecht komen, in plaats van zo’n onpersoonlijk opvangcentrum. Maar daar zit je tenminste nog met lotgenoten. Met mensen die net zo onzeker over hun toekomst zijn als jij. Met mensen die je enigszins kunnen begrijpen, die de taal ook niet machtig zijn. Maar we hebben het voor een groot deel aan onszelf te danken. Het waren immers de westerse landen die zich zo genoodzaakt voelde om democratie te brengen in landen waar dictatuur “normaal” was. Nu is het een grote rotzooi geworden. Nu zit Bilal op een lederen bank in een rijtjeshuis. Wat hij de hele dag doet? Oppassen op het huis en een poging doen om Nederlandse woorden te leren. Iedereen in de buurt moet er nog een beetje aan wennen. De politie is al vier keer gebeld vanwege “de verdachte man” in het huis. Bilal is zich inmiddels een nutteloze waakhond gaan voelen. De postbode loopt naar het Bilals huis met zijn brieven. Voorzichtig steekt hij zijn hand in de brievenbus want soms trok hij hem eruit en riep: “potverdomme, heeft die kuthond me weer gebeten.”. Nu was hij opgelucht om geen scherpe tanden te voelen. Hij trok zijn hand uit de brievenbus, liep een meter verder en kermde uit: Verdomme, mijn horloge! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten