zondag 12 april 2015

Burgerbloed

Het is avond. Het perron is leeg en kil, in de trein is het rustig en warm. Het was een mooie avond waarvan men dacht dat die door niets verstoord kon worden. De kalme NS-reiziger pakt een vertrapte Metro van de stoel tegenover hem en leest deze bladerend door. Enkele berichten zoals “Minder handschrift en meer computers op scholen” bereiken zijn netvlies. Waarom mogen kinderen tegenwoordig geen tekst verwerken zonder beeldscherm? Het is toch geen ontkenning of ondermijning van de technologische vooruitgang als je een zesjarig kind af en toe nog een archaïsch A-4tje onder de neus schuift? En wat voor zin heeft een studentenbezetting in het Maagdenhuis, wanneer er allemaal “sympathisanten” meedoen die nooit in de buurt van een studie zijn gekomen?

Onze NS-reiziger leest over de ouwe Le Pen die door zijn dochter langzaam maar zeker onder het politieke vloerkleed geschoven wordt. Langzaam en onder groot protest dreigt de antisemitische polarisatie-opa uit het politieke landschap te verdwijnen. Terwijl de bejaarden in Frankrijk langzaam uit de politiek verdwijnen, worden in Nederland nog een paar christendemocratische lijken opgewarmd voor de aftrap van de kruistocht naar een verkiezingsoverwinning.

Maar de gedachten van deze treinreiziger worden gruwelijk onderbroken. Een destructieve wervelwind van 100 hersencellen die over 30 lichamen verdeeld zijn, dendert de wagon binnen. Deze “heren” die te herkennen zijn aan hun shirts die een voetbalclub representeren, vernietigen een bank en tafeltje uit frustratie van een verloren wedstrijd. Niet dat een andere uitkomst van de wedstrijd een groot verschil zou maken, want dan hadden ze dit NS-meubileer uit euforie gesloopt.  Een conducteur komt de wagon binnen. De razende menigte kijkt als een stier die een rood doek voor ogen krijgt. De problemen volgen vanzelfsprekend. Deze “heren” zijn uiteraard niet in het bezit van een geldig vervoersbewijs en ze verzuimen het uiteraard ook om hun welgemeende excuses aan te bieden voor de schade die ze hebben aangericht.

De conducteur was op de hoogte van wat hem te wachten stond. Binnen enkele ogenblikken zou hij het slachtoffer worden van één of meer van de bruten die geen geweld schuwde. Alhoewel een deel van de boze menigte zich gedeisd houdt, stappen er twee naar voren. Ze buigen zich over de conducteur die, zeker op dit moment, niet al te groot lijkt. De conducteur ontvangt een aantal klappen en uit pure wanhoop kijkt hij onze NS-reiziger aan. Deze weet niet zo snel wat hij moet doen. Natuurlijk zegt zijn gevoel dat hij moet ingrijpen! Maar maakt hij veel kans? Hij kijkt op zich heen en ziet dat er een aantal andere passagiers aanwezig zijn. Hij wil wel ingrijpen maar de kans is aanzienlijk groot dat hij er dan niet zonder kleerscheuren af kan komen, wat moet hij doen?

Volgens oud-voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid Pieter van Vollenhoven, moet de burger op zo’n moment “burgermoed” tonen. Via een non-verbale communicatie die in de saamhorige samenleving van Nederland vanzelfsprekend zou moeten zijn, moeten de burgers een blok vormen om de geweldplegers. Hoe kan iemand van de burger vragen om in te grijpen? De burger moet alles doen om zelf geen gevaar te lopen. En wanneer de burger de kans groot acht dat hij fysieke schade bij de conducteur kan beperken door in te grijpen, moet er sprake zijn van een persoonlijke beslissing of hij/zij wel of niet in wil grijpen. Wanneer gezaghebbende mensen op het gebied van veiligheid zoals Pieter van Vollenhoven dit soort oproepen doen, zetten ze de veiligheid van de burgers op het spel.


Wanneer de overheid er niet in slaagt om de veiligheid van het NS-personeel te waarborgen, moet er een professionele beveiliger aanwezig zijn die deze taak kan opvangen. De overheid kan moeilijk aan de burger vragen om de participatiesamenleving door te trekken tot het waarborgen van de veiligheid van NS-personeel d.m.v. een “mantelbeveiliger”. Door middel van trainingen worden treinreizigers voorbereid, in die trainingen leren ze bijvoorbeeld hoe ze moeten participeren in geweldsituaties in het OV. Daarnaast moeten conducteurs leren hoe ze door middel van wanhopige blikken de reizigers kunnen vragen om te hulp te schieten. Het OV van de toekomst! De trein staat op het station en de conducteurs stappen in. Dappere, in gevechtskleding gehulde burgers die als hun beschermengel willen fungeren, stappen in nadat ze een kus van hun geliefde hebben ontvangen. De trein vertrekt van het station en de reizigers zitten vol goede hoop. Op de zijkant van een van de wagons prijkt een groot spandoek: “Voor de kerst weer thuis”. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten