zondag 18 januari 2015

Terroriseren & debatteren

De afgelopen zeven dagen zijn gedomineerd door terreur. In de nadagen van de aanslag op Charlie Hebdo zijn de autoriteiten schietschijven geworden voor losgeslagen radicalen, hebben joden tijdens de Sjabbat-dienst een kogelvrij-vest aan en is de bevolking wantrouwender dan ooit. Waar wordt deze radicalisering door gevoed? Waarom verbreken jihad-jongeren banden met vrienden en familie om een islamitische staat op te bouwen? Omdat de opbouw van zo’n staat de afbraak van een mensenleven mag betekenen? Sommigen beweren dat een reden voor vertrek het ontbreken van een toekomstperspectief is. Maar wat is het toekomstperspectief van iemand wiens dorp binnengevallen wordt door terroristen die alleen maar dood en verderf komen zaaien?

Het einde lijkt nog lang niet in zicht, helaas niet, iedereen lijkt verdeelt over hoe de terreur bestreden moet worden. Het Tweede Kamerdebat afgelopen week was daar een goed voorbeeld van. Wilders kwam met zijn normale praatje, waar nu enkel wat woedende zinnen aan werden toegevoegd. En Samson kwam, nadat hij zei dat Wilders hetzelfde deed als de terroristen, met de beste reden waarom hij beter op een Greenpeace bootje had kunnen blijven zitten in plaats van een poging wagen om de grote, politieke PVV-walvis aan zijn harpoen te jagen.

Over debatteren gesproken! Ik nam afgelopen zaterdag met het Ashram College-debatteam deel aan de finale van het NK schooldebatteren. Een opmerkelijk gezelschap mag je wel zeggen. Sommigen zullen het bestempelen als een spelletje voor de JOVD-elite, en ik kan dat niet volledig ontkennen. Je wordt omringd door leerlingen met strakgetrokken scheidingen die met gel op hun plaats worden gehouden. En jongens die in de iets te ruim zittende pakken van hun vader lopen, of erger nog, pakken die precies voor de dreumes op maat gemaakt zijn. U zal zich inmiddels wel afvragen “vanwaar deze links-moralistische houding?”. Ik kan u vertellen dat het iets te maken heeft met de score die we uiteindelijk behaalt hebben, zo gaat dat met slechte verliezers. Bij zo’n debat-dag vindt er ook een ballondebat plaats. Men kan zich inschrijven voor een ballondebat, waarbij diegene die zich inschrijft een personage moet uitkiezen en het publiek ervan moet overtuigen dat hij in de ballon moet blijven in plaats van de andere deelnemers. Ik had me ingeschreven als Maarten van Rossem en hoopte dat ik na de finale, in de grote zaal, geroepen zal worden om naar voren te komen als de door mij zo geliefde oer-Hollandse mopperpot Maarten.

Na alle debatrondes zaten we in een grote Collegezaal in Leiden. De finale, die tevens bijgewoond werd door Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie, was achter de rug, het ballondebat stond op het punt te beginnen. “Het Ashram College met Maarten van Rossum” galmde het door de zaal. Ik besloot van begin tot eind, in tegenstelling tot de andere deelnemers, in het personage van Maarten te blijven. Ik liep op dezelfde ongeïnteresseerde en rustige manier richting het podium. Rustig, treetje voor treetje slenterde ik de trap af, de ogen van de regieassistente keken me wat wanhopig aan.


Maarten werd gevraagd om als eerste deelnemer het woord te doen: “Het is belangrijk dat ik in de ballon blijf omdat ik het Nederlands erfgoed als geen ander bescherm, ik zal er bijvoorbeeld voor zorgen dat hunebedden niet naar Syrië getransporteerd zullen worden om er daar vervolgens vrouwen mee te stenigen. Kiest u voor iemand zoals mij, Maarten van Rossum. In plaats van zijne majesteit Meneer Teeven.” Ik zag, achterin de zaal, een rode, glimmende, bebrilde kop, schudden van het lachen. Toen bleek dat ik het op moest nemen tegen een personage met een zeer hoge Surinaamse stem, bleek dat het jonge publiek hem verkoos boven de 70-jarige Maarten. Ik rende de trap op en was bijna bij mijn plaats, totdat ik iemand voor me op zag staan. Voor me stond de crimefighter, de man die parkeersensoren op zijn auto heeft voor het geval hij zijn auto per ongeluk in een vluchtelingen-garage parkeert. Hij schudde mijn hand, lachte en zei: “Goed gedaan!”. Ik bedankte hem en ging zitten. Een tijdje later werd Meneer Teeven op het podium geroepen, de eer was aan hem om de prijs aan de winnaars van het finaledebat te overhandigen. Voordat deze plaatsvond vroeg de presentator hem: “Meneer Teeven, heeft u nog goede argumenten gehoord?” (doelend op het finaledebat) Nou, zei Meneer Teeven, ik vond de argumenten van Meneer van Rossum over de staatssecretaris wel goed!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten