De zon schijnt in het spotgoedkope
vakantieparadijs. De straten zien er rustig doch vredig uit. Alhoewel de
terrasjes er uitnodigend uitzien, hangt er toch een soort waas omheen. Een waar
van versletenheid; rafelige tafellakens, gebarsten ruiten & geroeste reclameborden.
Een oude man zit op een bankje op een plein in een Griekse stad. De gebouwen
hebben hem op zien groeien, de straten zagen zijn schaduw groter worden en na
een leven van hard werken heeft hij de eindstreep gehaald: pensioen. Zijn
kleinzoon en kleindochters zijn op bezoek, ze spelen op een pleintje verderop. De
oude man had net nog even meegedaan, maar nu rust hij even uit.
De man ziet er niet verschrikkelijk uit.
Hij ziet er niet uit als een crimineel, zakkenvuller of stuk tuig dat achter
tralies moet worden gezet. Maar hij leeft op het rantsoen van een gevangene en
hij is te oud om na te denken over een onzekere toekomst. Hij dept zijn
voorhoofd met een verfrommelde zakdoek en laat zijn hand glijden door zijn,
inmiddels, dunne, grijze haar. Hij vreest voor zijn kinderen, want de armoede
is overduidelijk toegeslagen. Alles wordt minder; sociale zekerheid,
veiligheid, koopkracht, toerisme. De nieuwe premier is erg populair, het lijkt
wel of de halve bevolking aan zijn voeten ligt. De oude man is er niet erg van
onder de indruk, hij voelt zich af en toe meer toeschouwer dan deelnemer als
het “de Griekse bevolking” betreft.
Er moet vandaag worden gestemd. Waarover?
Een referendum. Meer bezuinigingen. De vraag die bij de oude man opkomt is:
waar denken de heren op te gaan bezuinigen. Noem me een populist maar wat
denken die heren met hun pantalons en stropdassen van paardenhaar waar ze mee
bezig zijn? De heren van het Europese parlement kunnen alles declareren en
hoeven geen bonnetjes in te leveren. Ze krijgen riant betaald voor een schamele
bijdrage aan de politieke unie. Diezelfde heren beweren dat de Griekse
bevolking deze bezuinigingen maar gewoon moeten ondergaan. Waarom? Omdat ze
niet kunnen verkopen aan het thuisfront dat ze het aan Griekenland geleende
geld nooit meer terugkrijgen. Er is geen enkele mogelijkheid. Er is geen
toekomstperspectief voor Griekenland zolang ze met zo’n schuld zitten. Ze
moeten kunnen beginnen op een schone lei en met een beter belastingstelsel.
Ach, denkt de oude man, vertel dat maar aan je kiezers.
Als er één land is dat weet dat een
nationale schuld als het zwaard van Damocles boven de bevolking kan hangen, dan
is het Duitsland wel. Het land had na de Eerste Wereldoorlog totaal geen
toekomstperspectief. En een land zonder duidelijke toekomst, kiest er zelf een.
Nu hebben de Duitsers wel een zeer ongelukkige keuze gemaakt, maar het laat
zien wat financiële problemen kunnen veroorzaken. We zijn nu al lange tijd
getuigen geweest van het spectaculaire schermspel tussen de Grieken en de
Europese top. Er is echter nog geen duidelijke winnaar aan te wijzen.
Griekenland kan uit de Euro vallen, maar wie heeft daar baat bij? Griekenland
zal een spotgoedkoop vakantieland worden en wellicht uit haar as herrijzen en
landen als Italië en Spanje zullen daar jaloers naar om kijken. Ik denk niet
dat Europa het zo ver laat komen. Europa zal bang zijn dat andere landen voet
aan grond krijgen in Griekenland.
Wat zou de oude man gaan stemmen? Voor of tegen
het nieuwe bezuinigingspakket? Ja of nee? Vαί of όχι? De oude man moet lachen
terwijl hij vanbinnen huilt. Wat zal er van dit land terecht moeten komen als
ze nu nog meer moeten bezuinigen. Hij kan zich herinneren dat hij vroeger een
hond had die ze “vuilnisbakkie” noemden, omdat hij alle etensresten had. Nu eet
hij en de rest van de familie bedorven voedsel waar de hond nog zijn neus voor
optrok. Het voordeel van die gezinnen die vuilnisbakken plunderen is dat de
Griekse regering op vuilnismannen kan bezuinigen. De oude man glimlacht bij
deze gedachte, humor is zijn manier van relativeren. Zijn vrouw roept vanuit de
keuken, ze gaan weg. De oude man gaat naar huis om zijn stemkaart te pakken. Ze
gaan stemmen voor of tegen het referendum. De oude man strompelt richting zijn
huis met zijn broek met een stuk touw vastgeknoopt om zijn magere, oude middel.
Hij zou een riem kopen maar zijn pensioen is niet gestort. Hij mompelt: noem me
een populist, onrealistisch en onverantwoordelijk. Maar ik ga stemmen, en ik
stem Όχι!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten