De
mens is van nature een overlever. En wie niet kan overleven, zal niet
overleven. Dat is wat we “het recht van de sterkste” noemen. De mens toonde in
de beginfasen van zijn bestaan geen mededogen met zijn soortgenoten. Nadat de
sociale banden ontstonden en de mens zijn naastenliefde ontwikkelde, begon men
zich om de ander te bekommeren. En langzamerhand heeft zich dat ontwikkeld tot
organisaties als Amnesty International en andere actiegroepen die zich elk
onrecht in de wereld erg aantrekken. We zien echter ook dat de afnemende
maatschappelijke betrokkenheid en de toenemende gemakzucht ertoe leiden dat we
niet immer bereid zijn om vrijheid en gelijkheid te vuur en te zwaard te
verdedigen. Wanneer westerse landen een confrontatie moeten aangaan die
mogelijk de handelsbelangen schaadt, heeft men zand in de ogen.
We
zijn altijd al geïnteresseerd geweest in volken die door een grote overmacht
onderdrukt worden. Het begon al bij het joodse volk dat in Egypte gebukt ging
onder de tirannie van de farao, u kent het Bijbelverhaal “De Exodus” wellicht
wel. De joden waren slaven omdat het een volk was zonder land, er was dus
niemand om de belangen van het joodse volk te behartigen. Dan degradeer je als
volk al snel tot slaaf of zondebok (zoals vooral in de middeleeuwen en begin 20e
eeuw het geval was). Pas wanneer een zwervend volk een land toegekend krijgt,
krijgt het een gezicht. Een gezicht dat “nee” kan schudden wanneer er inbreuk
wordt gemaakt op de belangen en rechten van het volk.
En
na jaren van vervolging, beschimping en tweederangs burgerschap, heeft het
joodse volk inmiddels een gezicht gekregen: Israël. Het is dan een gezicht vol
onvolmaaktheden en dat volgens sommigen een drastische facelift moet ondergaan
(ik had hier een licht-antisemitische grap over een neuscorrectie kunnen maken),
maar het joodse volk heeft een bodem waar ze de wortels van haar stambomen in
te planten. Toen de internationale gemeenschap dacht achterover te hangen nadat
het joodse vraagstuk in 1947 opgelost leek, hebben we tot op heden tenminste
één volk over het hoofd gezien: de Koerden. Het volk dat in het Midden-Oosten,
verspreid over verschillende landen, leeft. Het heeft nergens zijn thuisbasis
gevonden.
Alhoewel
de Koerden in eerste instantie geen land nodig lijken te hebben, lijkt de
noodzaak voor een eigen land te groeien i.v.m. de onacceptabele wijze waarop
Turkije met deze minderheid omgaat. Koerden zijn in Turkije nooit voor “vol”
aangezien. Ze werden niet gezien als gewone turken en de verwachte komst van
Koerdistan na de eerste wereldoorlog, bleef uit. Alhoewel ik de gewapende
strijd van de PKK als een kansloos bloedbad zie, kan men zich afvragen in
hoeverre er ruimte is om te praten als men weet dat de Turkse regering vaak
beweerde dat de koerden niet bestaan en het tot 1991 verboden was om Koerdisch
te spreken. Dat versterkt de dialoog niet. De PKK werd op velen
terrorismelijsten geplaatst maar diezelfde organisatie wordt nu op een voetstuk
gezet. Waarom? Omdat ze (mee)vechten tegen IS. De VS vliegt, op veilige
afstand, wat rond met op afstand bestuurbare vliegtuigjes en de Koerden knappen
het vuile werk op aan het front. Het eens zo gehate Koerdische onafhankelijkheidsleger
krijgt vanuit alle hoeken en gaten steun. Westers gemakzucht? Ik denk het wel.
Men heeft het in Nederland niet graag over de Koerden, wellicht omdat ze de
Turkse gemeenschap niet voor het hoofd willen stoten. Jarenlang zijn de Koerden
meesterlijk genegeerd en nu worden ze gesteund omdat ze toevallig dezelfde kant
op schieten.
De
strijd tegen IS is al een lange tijd gaande en zal ook nog een lange tijd
plaatsvinden. Het is de etterende puist die is ontstaan door het mislukte buitenlandbeleid van president Bush. Het resultaat is een terroriserende
samenleving waar de middeleeuwen modern bij afsteekt. Een samenleving waar
vrouwen amper rechten hebben en waar lijfstraffen niet ongebruikelijk zijn. Een
internationale coalitie, waaronder westerse landen en het Koerdische leger,
vecht tegen deze mensonterende radicalen. De Turken hebben zich lang afzijdig
gehouden, maar nu grijpen ze in. De turken vechten mee, het zou een eerste samenwerking
met het Koerdische leger kunnen betekenen; zij aan zij tegen de vijand. Maar
nee. Het Turkse leger valt de PKK aan met raketten als vergeldingsactie voor
een aanslag door de PKK, die aanslag is uiteraard op geen enkele manier goed te praten, voor extremisten geldt immers geen enkel excuus. Hoe dan ook: een dialoog is weer eens de mond gesnoerd.