De Tweede Kamer is dikwijls het toneel
waar met plaatsvervangende schaamte naar gekeken moet worden. Vlak voordat er
gestemd zou worden voor het raadgevende referendum, stond Ronald van der Raak
van de SP zich wederom druk te maken. Hij stond, zo theatraal als socialisten
kunnen wanneer ze geagiteerd zijn, met een nagetekend stembiljet in de plenaire
zaal. Hij maakte zich namelijk druk over de duidelijkheid van het biljet, en
vermoedde al dat dit het resultaat van een ja-kamp complot was. De SP is immers
altijd duidelijk, de campagnefolder met de boodschap: “NEE, NEE, NEE” laat ook al
weinig ruimte over voor discussie of relativering. Maar dit stembiljet bood die
duidelijkheid niet. Want wanneer men namelijk het bolletje in het vakje niet
inkleurde, maar de keuze ‘voor’ of ‘tegen’ aan zou kruisen, werd de stem ongeldig
verklaard. Dat was een schande volgens Van der Raak, zo worden de stemmen van
veel Nederlanders niet meegeteld! Dat is dan maar goed ook, denk ik. Als je als
kiezer nog niet in staat bent om een stembiljet goed in te vullen, dan vraag ik
me af hoeveel deze nog aan het democratische proces kan bijdragen. Zo moeilijk
is het toch niet. Het is toch geen stembiljet met een doolhof om het bolletje
heen? Dat de kiezer met het potlood door het doolhof moet gaan en de goede
afslagen dient te nemen om bij het bolletje terecht te komen en binnen de lijntjes
blijven, anders wordt de stem ongeldig verklaard. Als dat gebeurt, dan heeft
Ronald van der Raak misschien enig recht van spreken.
Maar dat was niet het enige moment waarop
er sprake was van plaatsvervangende schaamte, minister van der Steur van
Veiligheid & Justitie moest zich namelijk verantwoorden voor de informatie
die hij van Interpol of CIA of FBI, of wellicht het Pentagon, misschien de
politie van New York of toch de Mossad heeft gekregen. Deze minister waar het
kabinet mee in zee is gegaan, bevindt zich in zulk troebel water, dat het aan
zijn bootje begint te vreten. Het vuur werd van der Steur aan de schenen gelegd
tijdens het debat, en hij kreeg om de vijf minuten water met ijsklontjes
aangereikt om het te doen doven. Hij is alles wat een politicus niet wil zijn
op dit moment; verantwoordelijk voor de veiligheid van een West-Europees land
in de tijd van een prominent aanwezige terreurdreiging. Er kan wel stoere taal
uitgesproken worden, maar er is toch meer nodig om het terrorisme te bestrijden.
Het is niet voor niets dat het beveiligingspersoneel van Schiphol klaagt over
de hoge werkdruk. Met dezelfde middelen lijkt het onmogelijk om aanslagen effectief
te voorkomen. De Nederlandse overheid die terrorisme probeert te bestrijden,
functioneert als een schakende blinde met te weinig pionnen. Zonder extra personeel
zal het onmogelijk blijven om de terroristische gevarenpunten goed in kaart te
brengen.
We moeten ons immers ook realiseren dat we
in een andere wereld leven. We leven in een wereld waarin doorgedraaide jongeren
radicaliseren, waarvan ook genoeg in een goed milieu zijn opgegroeid. Ze lijken
zich af te zetten tegen de steeds openlijkere, westerse samenleving waarin vele
minderheidsgroepen worden geaccepteerd. Het gegeven dat Paus Franciscus heeft
gepleit dat de katholieke kerk zich niet langer in haar dogma’s moet vastbijten,
is hier een goed voorbeeld van. De radicalen zien dit bijvoorbeeld als een
gevaar. Ze zien meteen een helse samenleving voor zich waarin niemand nog maar
een moreel kompas heeft. Ze zien een basisschoolklas voor zich waarin een
meisje na de rekenles in haar eentje blijft zitten. Wanneer de docent vraagt
wanneer ze uitgerekend is, antwoord ze: “Over
acht maanden! U bent dan ook meteen uitgenodigd voor de abortus-party! U kunt
dan beschuit met gestampte muisjes bij ons komen eten!
Nu de aanslagpleger met het vilten hoedje
gepakt is, liggen er nog genoeg raddraaiers met tropische panamahoedjes op het
einde van hun belastingparadijselijke avontuur te wachten. Met de creatieve
belastingconstructies zijn ze niet genoodzaakt om een ‘normale’ hoeveelheid
belasting aan hun thuisland af te dragen. Is het illegaal? Vooralsnog niet.
Maar het zorgt er wel voor dat een hoop prominente personen zich maar flink
achter de oren moeten krabben. Dus zou het moeten kunnen? Ik weet dat de
meningen hierover erg uiteenlopen en dat er veel ingewikkelde argumenten voor
zijn; het antwoord van Ronald van der Raak weet ik al: “NEE, NEE, NEE”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten