Een hal vol
oorverdovende herrie van machines, die de geluiden van de arbeiders overstemd.
Productie draaien, daar draait het om in het Europa van de 19e eeuw.
De rechten van de arbeider waren ondergeschikt aan de noodzaak om het volume
van de productie te optimaliseren. Er waren immers ook genoeg arbeiders om aan
de vraag van de fabriekseigenaren te voldoen. Dit alles heeft eraan bijgedragen
dat er bewegingen opkwamen om de positie van de arbeiders te verbeteren. Deze
bewegingen werden voornamelijk gevormd binnen de arbeidersklasse, maar ook
binnen de elite van die tijd. In dit essay probeer ik uiteen te zetten wat het
belang is van de aanwezigheid van zowel een arbeidersklasse als een elite in
een samenleving.
De elite en de arbeider
In de 19e
en 20e eeuw was de positie van de arbeider verre van optimaal. De
beroepsgroep bestond eigenlijk pas recent in die hoedanigheid en de kloof
tussen arm en rijk is zeer groot te noemen. Nederland is echter van oorsprong
ook een egalitaire samenleving, zodoende was er ook een gedeelte van de elite
die zich het lot van de arbeider zeer aantrok. In de 20e eeuw waren
het de fabriekseigenaren die iets terug wilde doen voor de arbeiders. Zo
ontstonden er – voornamelijk in het industriĆ«le oosten van ons land –
arbeiderswoningen te midden van een groene omgeving. Er werden parken opgezet
voor arbeiders, zodat ze hun vrije tijd in het groen zouden kunnen doorbrengen.
Ter vermaak konden de arbeiders zich s ’avonds verpozen in het theater. De
elite deed iets aan de positie van de arbeider, omdat de elite met de arbeider
in contact stond. De groepen leefden naast elkaar, maar binnen dezelfde
samenleving.
Wanneer men
de parlementaire geschiedenis in oogschouw neemt, zal opvallen dat het vooral
de liberalen waren die in eerste instantie zorgden voor sociale wetgeving ten
bate van de arbeider. De achturige werkdag, de afschaffing van de kinderarbeid
etc. Het zijn allemaal wetten die het parlement hebben gepasseerd onder de
liberale of confessionele vlag. Natuurlijk voelde men de hete adem in de nek
van de arbeidersklasse, maar dit zorgde er wel voor dat de elite zich
genoodzaakt voelde om verantwoordelijkheid te nemen voor de arbeidersklasse
waar men de vruchten van plukte.
Heden ten dage
In de
globaliserende wereld van vandaag de dag, spreken we van een andere realiteit.
Veel van de producten die we afnemen, zijn niet in Nederland gemaakt. De
arbeidersklasse is door de globalisering in feite verhuist naar een ander
gedeelte van de wereld. Daarom staan we niet meer in contact met de omgeving
waarin de producten – die we dagelijks gebruiken – worden vervaardigd. De elite
wordt niet geconfronteerd met de arbeider waar ze producten van afnemen, en
zodoende voelen ze zich niet genoodzaakt om er iets aan te doen. Een
parlementariƫr in Nederland voelt niet de hete adem van de arbeidersklasse in
China in zijn nek en dient zodoende ook geen voorstel in dat de positie van die
arbeider wel degelijk kan verbeteren.
In de toekomst
We plukken
allemaal de vruchten van de arbeid en zodoende hebben we als afnemer een morele
verantwoordelijkheid. We worden niet meer automatisch met de arbeider
geconfronteerd, dus moeten we ons er maar mee confronteren. Elk product dat op
een aantoonbaar mensonterende manier wordt gefabriceerd, moet een extra
belastingtarief betalen van 5%. Het is slechts een suggestie, in een poging om
grip te krijgen, op een ongrijpbaar probleem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten