maandag 5 december 2016

Diederik, Lodewijk en de versplintering...


Diederik Samsom en Lodewijk Asscher voerde het laatste debat om het lijsttrekkerschap van de Partij van de Arbeid. Dat deed het kibbelende duo in een oude fabriekshal, de plaats waar de – inmiddels uitgebloeide – wortels van de sociaaldemocratie liggen. De partij van de arbeider begint los te weken van haar achterban. De ‘arbeider’ van weleer bestaat niet meer of is in slechts beperkte mate in de bevolking vertegenwoordigd. De ‘laagopgeleiden’ die de plek van de arbeider vervangen neigen meer tot een stem op de populistische PVV en de SP. En de jongeren + links intellectuelen zien Jesse Klaver met zijn strijd tegen het ‘economisme’ als een redelijk alternatief voor de zoekende Partij van de Arbeid. De Partij die een verkiezingsprogramma samen heeft gesteld waarop ze zowel de lichtpuntjes uit de kabinetsperiode proberen aan te dikken en een (betere) visie voor de toekomst etaleren. Wat is nu de koers? Moet het anders dan in deze kabinetsperiode, moet de Partij van de Arbeid streven naar een linkse samenwerking en doorregeren? Hoe wil de Partij zich profileren in de komende paar jaar?



Er is veel kritiek op de twee kandidaten en dat is ook wel begrijpelijk. Hoeveel verschillen ze nou eigenlijk? Het zijn twee obers met hetzelfde gerecht, ze adviseren echter wel een andere wijn op de kaart. Het verschil zit hem niet in de boodschap, maar meer op de manier waarop deze gebracht wordt. Asscher is ongrijpbaarder en kalmer in het debat, Samsom gepassioneerder en agressiever. Het scheelt echter wel dat deze twee heren geen eigen politieke beweging zijn gestart. Dat is namelijk anno 2016 een hobby van veel kamerleden. Dat is niet alleen slecht voor het aanzien van de politiek, maar ook voor de partijen. Kritische geesten zoals Monasch (eerst PvdA) en Wilders (eerst VVD) kunnen van waarde zijn voor het debat binnen een partij, maar ze achtten zichzelf groot genoeg voor een eigen politieke beweging. Monasch is misschien een prima kamerlid die een kritisch geluid kan laten horen binnen de PvdA, maar hij is niet de meesterpoliticus die – zoals hij zelf beweert – 20 tot 30 zetels binnen gaat halen in maart.



Het idealisme waarmee vele politieke bewegingen zijn opgericht, vervalt in egocentrisme. Veel kamerleden doen gewoon goed hun werk, maar er zitten ook kamerleden tussen die vooral hun eigen carrière op de rails willen zetten. Waarom samen binnen een partij te werk gaan als je naam dan niet op nummer 1 staat? Een goed voorbeeld hiervan zijn de rakkers die het Oekraïne-referendum mogelijk maakte. Jan Roos (van Geenstijl) wordt lijsttrekker van VNL (van ex-PVV’ers Bontes & Van Klaveren), Thierry Baudet komt met zijn ‘Forum voor Democratie’ en tenslotte komt Jan Dijkgraaf met de politieke beweging ‘Geenpeil’. De versplintering is compleet.



Wordt het gezapige lijsttrekkersdebat van twee sociaaldemocraten met bijna dezelfde mening in een roestige fabriekshal daar veel beter van? Nee. Maar er is in ieder geval iets voor te zeggen dat twee mensen binnen een partij een debat hebben over wie die partij het beste kan leiden. Dat gaat het ideaal niet verloren aan egocentrisme.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten