De
jonge Irakees, genaamd Bilal speelt tussen de betonnen brokken van een
voormalig schoolgebouw. Hij had er zelf niet op school gezeten, maar zijn neef
wel. De mazzelaar. Waarom bombarderen de Amerikanen mijn school niet een keer!
Het is onrustig in het land. De Amerikanen zijn al een langere tijd aanwezig in
het land en dat is niet bepaald keurig met voetenvegen gegaan. Volwassenen gaan
daar aan ten onder. Ze beseffen namelijk dat hun land verwoest is en dat de
toekomst er nog minder rooskleurig uit zal komen te zien, maar kinderen slaan
zich overal doorheen. Dat komt omdat ze slechts een kortetermijnvisie hebben,
ze denken niet na over de vorige en over de volgende generaties; ze genieten
van het moment.
Vele
jaren later is er niets verandert. Er is geen “vrijheid” en “democratie”
gekomen die Bush zo vurig beloofd had. Het land ligt in puin en lijkt stuurloos
zonder dictator. Het vuilnis wordt niet meer opgehaald, er worden geen politieke
maatregelen meer genomen, de gezondheidszorg is volledig ingestort en daarnaast
wordt het land bedreigt door de komst van IS. Wat heb je aan “vrijheid” als de
voorzieningen met de grond gelijk zijn gemaakt en wat heb je aan democratie als
er geen bekwame politieke leiders verkiesbaar zijn? De jongen die tussen het
puin van de school speelde, werkt nu als een manusje-van-alles in de grote
stad. Hij woont met zijn ouders in een arme buitenwijk en biedt financiƫle
ondersteuning aan zijn ouders. Hij heeft een broertje van negen, Aziz die als
bijbaantje stenen verzamelt voor plaatselijke stenigingen van vrouwen. En de
jongen had een zus, Ayda, alleen die had in een onbewaakt moment een relatie
proberen aan te knopen met een man van joods bloed. Toen de vader daar achter
kwam, moest Aziz overuren maken.
Onze
Bilal loopt terug van werk, hij heeft vandaag twee Amerikaanse helmen als
soeppannen aan oude vrouwen verkocht en een autobom onschadelijk gemaakt. Daar
hoeft u niet vreemd van op te kijken. Zoals wij weten hoe we selfies moeten
maken, zo weet Bilal hoe hij autobommen onschadelijk moet maken. In een land
waar niet alleen automobilisten gordels omdoen, is het geen overbodige luxe om
te weten hoe je bommen onklaar moet maken. Inmiddels is Bilal een vriend
tegengekomen. Hij schrikt in eerste instantie, want ze hebben elkaar nooit in
het openbaar ontmoet. De vriend wil wat afspreken, maar het wordt afgewimpeld,
Bilal heeft geen tijd.
De
jonge Irakees schrok van zijn ontmoeting. Het betrof immers geen gewone vriendschap,
hij had relatie met deze jongen. Hij moest het vertellen, het is niet mogelijk
om het nog langer te verbergen. Die avond vertelde de jongen over zijn
homoseksuele relatie. En alhoewel hij bij gebrek aan stenen niet fysiek
aangevallen werd, werd hem verzocht om de familie te verlaten, anders werd hij
de volgende dag opgeknoopt. Het was een slecht afscheid, alhoewel, natuurlijk
niet zo slecht als een oud NOS-sportverslaggever, maar het was duidelijk dat
Bilal zijn ouders nooit meer terug zal zien. Hij moest vertrekken, en snel ook.
Inmiddels
is Bilal opgevangen als gast bij mensen thuis, in een simpel, Nederlands rijtjeshuis.
Hij is opgevangen als experiment, ze denken immers dat het goed is als
vluchtelingen in een huiselijke omgeving terecht komen, in plaats van zo’n
onpersoonlijk opvangcentrum. Maar daar zit je tenminste nog met lotgenoten. Met
mensen die net zo onzeker over hun toekomst zijn als jij. Met mensen die je enigszins
kunnen begrijpen, die de taal ook niet machtig zijn. Maar we hebben het voor
een groot deel aan onszelf te danken. Het waren immers de westerse landen die
zich zo genoodzaakt voelde om democratie te brengen in landen waar dictatuur “normaal”
was. Nu is het een grote rotzooi geworden. Nu zit Bilal op een lederen bank in
een rijtjeshuis. Wat hij de hele dag doet? Oppassen op het huis en een poging
doen om Nederlandse woorden te leren. Iedereen in de buurt moet er nog een
beetje aan wennen. De politie is al vier keer gebeld vanwege “de verdachte man”
in het huis. Bilal is zich inmiddels een nutteloze waakhond gaan voelen. De
postbode loopt naar het Bilals huis met zijn brieven. Voorzichtig steekt hij
zijn hand in de brievenbus want soms trok hij hem eruit en riep: “potverdomme,
heeft die kuthond me weer gebeten.”. Nu was hij opgelucht om geen scherpe
tanden te voelen. Hij trok zijn hand uit de brievenbus, liep een meter verder en
kermde uit: Verdomme, mijn horloge!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten